Zelfvertrouwen ##
FACTSHEET- ZELFVERTROUWEN
DEFINITIE
Vertrouwen in eigen waarde, vertrouwen op jezelf.
METEN
Rosenberg Self-EsteemScale; de schaal bestaat uit 10 items, waarvan er 5 positief en 5 negatief verwoord worden, die beantwoord worden op een 4-punts schaal (0= helemaal niet mee eens; 3= helemaal mee eens)(Sinclair et al., 2010; Schmitt et al., 2005).
TOEPASSINGSGEBIED
Algemeen
Een hoge mate van zelfvertrouwen draagt bij aan het algemeen functioneren. Zowel de gezondheidsbeleving als de mate waarin men werk hervat is beter bij mensen met een hoge mate van zelfvertrouwen. Werklozen hebben gemiddeld minder zelfvertrouwen dan werkende mensen. Een negatief zelfbeeld kan een belemmering zijn voor werkhervatting (Schuring et al., 2009)(bewijskracht ***).
Ziekte specifiek
Artrose: geen informatie beschikbaar.
Astma & COPD: geen informatie beschikbaar.
Borstkanker: geen informatie beschikbaar.
Depressie: een verminderd zelfvertrouwen is geassocieerd met een verhoogde kans om arbeidsongeschikt te worden(Sorvaniemi et al., 2003)(bewijskracht **).
Hart en vaatziekten: geen informatie beschikbaar
Lage rugklachten: geen informatie beschikbaar
Reumatoïde artritis: geen informatie beschikbaar
INTERVENTIES
Er is geen wetenschappelijk bewijs dat interventies gericht op het vergroten van zelfvertrouwen effectief zijn.
BRONNEN
Richtlijnen & protocollen
NVVG – Protocol ‘Algemene inleiding – Overspanning – Depressieve Stoornis’
Websites
Instituut voor positieve psychologie - zelfvertrouwen
Interventies naar werk - zelfvertrouwen