Determinanten Reumatoïde artritis
Ernst van de ziekte: Hogere pijnintensiteit, functionele beperkingen en een hogere ziekteactiviteit zijn geassocieerd met uitval door ziekteverzuim. Een hoge erythrocyten sedimentatie en het aantal gezwollen gewrichten zijn niet geassocieerd met ziekteverzuim (Lenssinck et al., 2013)(bewijskracht****).
Er aanwijzingen dat de aanwezigheid van reumafactoren in het bloed, erythrocyten sedimentatie, het aantal aangedane gewrichten, aantal gezwollen gewrichten en pijn intensiteit voorspellers zijn voor arbeidsongeschiktheid (Detaille et al., 2009)(bewijskracht****).
Ziekteduur: Er zijn geen aanwijzingen dat naarmate de ziekteduur langer is de kans op verzuim en uitval groter wordt. (Detaille et al., 2009; Lenssinck et al., 2013)(bewijskracht****).
Comorbiditeit: Het hebben van één of meer comorbiditeiten is niet eenduidig gerelateerd aan ziekteverzuim, verminderde productiviteit, en arbeidsongeschiktheid(Lenssinck et al., 2013; Detaille et al., 2009)(bewijskracht ****).
Lichamelijke belastbaarheid:verminderd fysiek vermogen (functionele beperkingen, verminderd fysiek functioneren) is gerelateerd aan een hoger ziekteverzuim, een verminderde productiviteit op het werk en arbeidsongeschiktheid (Lenssinck et al., 2013; Detaille et al., 2009) (bewijskracht****).
Mentale belastbaarheid: een slecht ervaren mentale gezondheid is geassocieerd met een verminderde productiviteit op het werk (Geuskens et al., 2008)(bewijskracht**). Er is geen associatie tussen de ervaren mentale gezondheid en ziekteverzuim (Van Vollenhoven et al., 2010)(bewijskracht **).
Leeftijd: een hogere leeftijd leidt tot een verhoogde kans op arbeidsongeschiktheid (Detaille et al., 2009)(bewijskracht ****). Voor ziekteverzuim of verminderde productiviteit wordt deze associatie niet gevonden (Lenssinck et al., 2013). (bewijskracht ****).
Opleiding: hoog opgeleiden hebben minder kans om arbeidsongeschikt te worden (Ødegård et al., 2005)(bewijskracht **).
Geslacht: er zijn geen aanwijzingen dat vrouwen meer verzuimen dan mannen (Lenssinck et al., 2013) (bewijskracht ****). Geslacht is niet geassocieerd met productiviteitsverlies (Bansback et al., 2012; Geuskens et al., 2008).
Omgaan met ziekte: passief coping gedrag bij het omgaan met pijn is geassocieerd met verhoogde kans op ziekteverzuim (Geuskens et al., 2008) (bewijskracht **).
Eigen motivatie om te werken: de wens om te willen werken verkleint de kans om te stoppen met werken door arbeidsongeschiktheid na 5 jaar follow-up (Reisine et al., 1995) (bewijskracht****).
Thuissituatie:de samenstelling van het huishouden heeft geen invloed op het al dan niet arbeidsongeschikt worden (Reisine et al., 2007)(bewijskracht**).
Sociale steun privé: de mate van sociale steun is niet geassocieerd met arbeidsongeschiktheid in werknemers met RA (Reisine et al., 2007)(bewijskracht**).
Medische behandeling: het gebruik van methotrexaat en prednison is geassocieerd met arbeidsongeschiktheid (Chung et al., 2006)(bewijskracht**).
Regelmogelijkheden: meer regelmogelijkheden is gerelateerd aan minder ziekteverzuim bij werknemers met reuma (Geuskens et al., 2008) (bewijskracht **).
Lichamelijke arbeidsbelasting: het verrichten van manueel werk (regelmatig handmatig tillen) is voorspellend voor ziekteverzuim bij werknemers met reuma (Geuskens et al., 2008; Young et al., 2002)(bewijskracht ***).
Mentale arbeidsbelasting: er is geen eenduidig bewijs voor een relatie tussen een groter aantal werkuren per week en arbeidsongeschiktheid (Reisine et al., 1995; Reisine et al., 2007)(bewijskracht **). Een dwarsdoorsnede onderzoek laat een associatie zien tussen werken onder tijdsdruk en ziekteverzuim door reumatoïde artritis (Mau et al., 1996)(bewijskracht **).
Sociale steun op het werk: een gebrek aan sociale steun is gerelateerd aan productiviteitsverlies op het werk bij werknemers met reuma (Geuskens et al., 2008)(bewijskracht **).